ontwerp:
comp@vice
|
|
Recente
studies
S Op basis van bestaande literatuur en een vooronderzoek werd een vragenlijst, bestaande uit twee luiken, opgesteld. Het eerste luik peilt grotendeels naar een aantal demografische gegevens van de respondent. Het tweede luik gaat uit van de LIPT-vragenlijst. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Van
de totale steekproef van 174 respondenten gaven 17 (9,8 %) personen
aan dat ze op hun werk gepest werden.
Het gaat hier om de subjectieve inschatting van pesten.
Dit in tegenstelling tot het aantal personen dat beantwoordt
aan Leymanns definitie van pesten op het werk.
Dat zijn er 63 (38,9 %).
24,4 % was ooit getuige van pesterijen op het werk en 19,2
% is op de hoogte van pesterijen binnen de organisatie waar ze tewerkgesteld
zijn. 56,4 % beweert dat er naar hun weten niet gepest
wordt op het werk. Eén
van de belangrijkste resultaten van het onderzoek is het significant
verband tussen de leeftijd en al dan niet gepest worden op het werk. Het grootst aantal gepesten (40 %) is ouder
dan 55 jaar. Binnen de leeftijdsgroep
< 26 jaar wordt binnen de onderzoeksgroep niemand gepest op het
werk. Binnen de leeftijdscategorie van 46 tot en
55 jaar wordt 15 % van de respondenten gepest. Ook
de sector waarin men werkt heeft een significante relatie met al
dan niet gepest worden op het werk.
Het grootst aantal gepesten werkt in de volgende sectoren:
transport (42,9 %), maatschappelijke dienstverlening (40 %) en de
schoonmaaksector (33,3 %). Niemand van de gepesten is tewerkgesteld binnen
de horeca of de gezondheidszorg. Daarnaast
was er geen significant verband tussen pesten op het werk enerzijds
en anciënniteit, positie, werktijd, grootte van de organisatie of
afdeling waarin men tewerkgesteld is anderzijds. De
respondenten hebben ook vragen over de pestkop beantwoord. Uit de antwoorden blijkt dat het om ongeveer
evenveel mannen (52,9 %) als vrouwen (47,2 %) gaat. 41,2 % van deze pestkoppen situeert zich in
de leeftijdscategorie 26-35 jaar.
52,9 % van alle pestkoppen bekleedt een functie, hoger dan
die van de gepeste. Opmerkelijk is dat ze een hoge anciënniteit
hebben: 29,4 % werkt tussen 10 en 20 jaar en 29,4 % werkt tussen
10 en 20 jaar en 29,4 % heeft een anciënniteit hoger dan 20 jaar. 35,3 % van de respondenten wordt door zijn of haar directe chef
gepest. Die directe chef
is in dit onderzoek steeds een man.
Geen enkele vrouwelijke chef werd als pestkop gerapporteerd. Ruim
3/4 (76,5 %) van de pesterijen duurt langer dan twee jaar (47,1
% 2-5 jaar, 29,4 % meer dan 5 jaar).
Bij 40 % van de ondervraagden die reeds meer dan 5 jaar gepest
worden, rapporteerde 37,5 % dat dit bijna dagelijks gebeurt.
Alle respondenten die ongeveer een jaar gepest worden geven
een frequentie van één keer per week aan. · Eindverhandeling van Carinne Schockaert
aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool Antwerpen: onderzoek bij het
Vlaamse bedrijfsleven naar de ‘psychologische oorlogsvoering op
de arbeidsplaats’. Bij
de personeelsleden van 161 Vlaamse bedrijven, komt roddelen duidelijk
als meest gehanteerde vorm van pesten naar voor, gevolgd door verbale
agressie of niet aflatende kritiek op iemands werk.
Sociale isolatie komt ook geregeld voor: iemand wordt voortdurend
genegeerd en nooit in een gesprek of overleg betrokken. Dan zijn
er nog de aanvallen op het privéleven of de overtuigingen van het
slachtoffer. De minst voorkomende vorm van pesten is het louter
fysiek geweld. De
persoonlijkheid van het slachtoffer heeft er weinig mee te maken,
zowel zwakke als sterke persoonlijkheden worden gepest.
De oorzaak dient eerder gezocht te worden in het zondebokfenomeen
(vroegere heksen- en jodenvervolging, huidige migranten). Het is ook mogelijk dat het zich niet willen
aanpassen aan de groep aan de oorzaak ligt.
Uit het onderzoek blijkt dat een kleine meerderheid van de
slachtoffers mannen zijn (55,7 %), de pesters zijn vooral mannen
(71,2 %). Pesters zijn gemiddeld ouder dan hun slachtoffer.
Er wordt het meest gepest in de leeftijdscategorie van 26-35
jaar. Tussen werknemers van gelijke rang wordt het grootste aantal
van de pestgevallen gesitueerd (59,7 %), maar 16,1 % van de werknemers
pesten ook hun superieuren. Uit
het onderzoek blijkt dat pesterijen bijna dagelijks plaatsvinden
of minstens één keer per week.
In 13,1 % van de gerapporteerde gevallen gebeurde het pesten
slechts zelden. De meest voorkomende pesterijen zijn diegene
die twee tot zes maanden duren, pestgedrag van minder dan twee maanden
is ook vrij frequent. Slechts
41,1 % van de bedrijven is zich bewust van de pestproblematiek. 64 % van de bedrijven spreekt de pester aan
op zijn gedrag. In 20 %
van de gevallen wordt de pester overgeplaatst, in 17 % van de gevallen
de pester. In feite is dit bedroevend, want het lijkt
erop dat de gepeste gestraft wordt. Nog
geen 5 % van de bedrijven heeft een beleid ontwikkeld tegen pesten
op het werk. Van begeleiding
en advies voor alle werknemers is helemaal geen sprake evenmin van
hulp bij reïntegratie van het slachtoffer. Conclusie
uit deze gegevens is dat vooral gefocust wordt op de pester, het
slachtoffer krijgt amper aandacht.
Sommige bedrijven maken bovendien melding van het feit, dat
er soms helemaal geen actie wordt ondernomen en dat de directie
de klachten negeert of als kinderachtig bestempelt. · Pesten op school, op het werk, thuis en
in relaties... wat doen wij eraan?
Sonja Emmerechts, uitgeverij Icarus, 278 blz., 1999. In
het boek lees je over pesterijen op school, op het werk, thuis en
in relaties. Ook over ongewenst
seksueel gedrag op het werk en stalking.
Het is een boek niet alleen voor slachtoffers maar ook voor
hun omgeving. Wanneer de persoonlijke en professionele omgeving
beter begrijpt hoe het mechanisme van pesterijen in elkaar zit en
welke enorme schade pesterijen kunnen aanrichten, kunnen enerzijds
pestkoppen sneller ontmaskerd worden en anderzijds slachtoffers
de opvang en steun krijgen die zij nodig hebben. Sonja
Emmerechts studeerde Germaanse filologie en verleende haar medewerking
aan verscheidene publicaties, onder andere van de KAV en de Stichting
Prins Laurent. |